Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. chic:
Dutch to German:   more detail...
  1. chic:
  2. Wiktionary:


German

Detailed Translations for chic from German to Dutch

chic:


Synonyms for "chic":


Wiktionary Translations for chic:

chic
adjective
  1. modieus verfijnd



Dutch

Detailed Translations for chic from Dutch to German

chic:


Translation Matrix for chic:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
stattlich groots; grootschalig; reuze
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anmutig chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; elegant; gracieus; knap; liefelijk; lieflijk; lieftallig; mooi; prettig; schattig; sierlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
ansehnlich chic; elegant; esthetisch; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aanmerkelijk; aanzienlijk; adelijk; beduidend; behoorlijk; beroemd; deftig; doorluchtig; eerbaar; eerbiedwekkend; eerzaam; elegant; enorm; fier; flink; fors; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; illuster; indrukwekkend; keurig; kies; majestueus; nobel; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; respectabel; royaal; sierlijk; statig; substantieel; trots; verheven; voornaam; vorstelijk; zeer plechtig
apart chic; elegant; esthetisch; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd afzonderlijk; alleenstaand; apart; bovenmatig; buitengemeen; buitensporig; extreem; gescheiden; losstaand; mateloos; op zich; op zichzelf staand; separaat; tomeloos; uitermate; vrijstaand
elegant chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aangekleed; aanzienlijk; adelijk; beroemd; decoratief; doorluchtig; elegant; gedistingeerd; gekleed; gewichtig; gracieus; hooggeplaatst; illuster; plechtig; plechtstatig; sierlijk; statig; verheven; voornaam; zeer plechtig
fein chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aangenaam; aardig; armzalig; behaaglijk; bijzonder aangenaam; breekbaar; broos; cru; decoratief; delicaat; dun; eerlijk; elegant; fijn; fijngebouwd; fijngevoelig; fragiel; frèle; gammel; gracieus; iel; ijl; karig; krakkemikkig; kwetsbaar; leuk; lief; mager; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openlijk; oprecht; plezant; plezierig; pover; prettig; rank; rechtschapen; rechttoe rechtaan; schamel; schraal; sierlijk; slank; slank en smal; slap; subtiel; sympathiek; teder; teer; tenger; van geringe dichtheid; wankel; zwak
galant chic; elegant; esthetisch; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd deugdzaam; eerzaam; elegant; gracieus; sierlijk; zedig
gepflegt chic; elegant; esthetisch; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aangekleed; beschaafd; decent; deftig; eerbaar; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; gedistingeerd; gekleed; manierlijk; met zorg aangekweekt; netjes; ontwikkeld; opgeruimd; ordelijk; proper; schoon; vooraanstaand; voornaam; welvoeglijk; zindelijk
geschmacksvoll chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd
geschmackvoll chic; smaakvol aangenaam; behaaglijk; elegant; fijn; leuk; plezant; plezierig; prettig; sierlijk
geschmeidig chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd buigbaar; buigzaam; elegant; flexibel; gracieus; kneedbaar; meegaand; sierlijk; smeerbaar; smeuïg; soepel; vormbaar
grazil chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aanvallig; bevallig; dun; elegant; fijn; fijngebouwd; gracieus; lichtgebouwd; rank; sierlijk; slank; tenger
graziös chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; alleraardigst; allerliefst; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; elegant; gracieus; knap; mooi; sierlijk
schick chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; smaakvol; stijlvol; verfijnd aangekleed; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanzienlijk; adelijk; attractief; bekoorlijk; beroemd; doorluchtig; elegant; flitsend; fraai; gaaf; gedistingeerd; gekleed; gewichtig; goed ogend; gracieus; hip; hooggeplaatst; illuster; knap; mieters; modieus; mooi; schitterend; sierlijk; snel; tof; trendy; uitnodigend; verheven; verleidelijk; vlot; voornaam; welgevallig
schik chic; smaakvol
stattlich chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; smaakvol; stijlvol; verfijnd aanzienlijk; adelijk; behoorlijk; beroemd; danig; dapper; deftig; doorluchtig; duchtig; eerbiedwaardig; elegant; ferm; fier; flink; fors; fysiek sterk; gedistingeerd; gewichtig; glorieus; groots; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; illuster; kloek; krachtig; moedig; onverschrokken; plechtig; plechtstatig; potig; prat; rijzig; sierlijk; statig; sterk; stevig; stout; stoutmoedig; trots; verheven; voornaam; waardig; weids; zeer plechtig
stilvoll chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd klassiek

Related Words for "chic":

  • chicst, chicste

Wiktionary Translations for chic:

chic
adjective
  1. modieus verfijnd
  2. uit de hoge stand