Summary
German to Dutch: more detail...
-
verlegen machen:
-
Wiktionary:
verlegen machen → in verlegenheid brengen, verlegen maken -
Synonyms for "verlegen machen":
aus dem Konzept bringen; durcheinander bringen; Unbehagen bereiten; verdutzen; verstören; verwirren
in die Nesseln setzen; beschämen; blamieren; bloßstellen; sehr peinlich sein
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for verlegen machen from German to Dutch
verlegen machen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Verlegen: verlegging
- verlegen: verlegen; schuchter; timide; bedeesd; bleu; beschroomd; schroomvallig; vervoeren; roeren; verleggen; verschikken; disloqueren; uitstellen; verschuiven; vertragen; rekken; opschorten; voor zich uitschuiven; verplaatsen; verzetten; opschuiven; plaats maken; ingehouden; geremd; schuw; kopschuw; neerleggen; onderuit halen; wegmaken; zoekmaken; zoek maken
- machen: maken; scheppen; in het leven roepen; produceren; vervaardigen; voortbrengen; fabriceren; functioneren
verlegen machen:
Synonyms for "verlegen machen":
Wiktionary Translations for verlegen machen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verlegen machen | → in verlegenheid brengen; verlegen maken | ↔ embarrass — to humiliate; to disrupt somebody's composure or comfort with acting publicly or freely |