Summary
German to Dutch: more detail...
-
Lebewesen:
The word Lebewesen exists in our database, but we currently do not have a translation from German to Dutch.-
Synonyms for "Lebewesen":
Geschöpf; Kreatur; Organismus; Wesen; Entität; Instanz
-
Synonyms for "Lebewesen":
German
Detailed Translations for Lebewesen from German to Dutch
Lebewesen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- leben: zijn; bestaan; leven; existeren; wonen; verblijven; logeren; resideren; onderbrengen; huizen; huisvesten; herbergen; zetelen; accommoderen; gevestigd zijn; onderdak geven; onderdak verlenen; gezeten zijn; onderdak verschaffen; iemand huisvesten
- Wesen: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind; personage; figuur; natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; midden; kern; essentie; temperament; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard
Spelling Suggestions for: Lebewesen
Lebewesen:
Synonyms for "Lebewesen":
External Machine Translations: