Summary
German to Dutch: more detail...
-
Schiedsspruch:
-
Wiktionary:
Schiedsspruch → arbitrage
Schiedsspruch → arbitratie
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Schiedsspruch from German to Dutch
Schiedsspruch: (*Using Word and Sentence Splitter)
- scheiden: uit elkaar gaan; uiteengaan; van elkaar gaan; scheiden; afscheiden; afzonderen; afsplitsen; separeren; uiteenhalen; loskoppelen; uitsplitsen; uit elkaar halen; delen; splitsen; opdelen; opsplitsen; beëindigen; opheffen; afbreken; verbreken; ontbinden; forceren; verbrijzelen; stukmaken; ontrafelen; ontwarren; uit de war halen
- Spruch: gezegde; redekundig gezegde; spreuk; leus; leuze; parool; slogan; kreet; slagzin; kenspreuk; reclamezin; reclameleus; motto; devies; lijfspreuk; aforisme; zinspreuk
Wiktionary Translations for Schiedsspruch:
Schiedsspruch
Cross Translation:
noun
-
resultaat van het handelen van een arbiter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Schiedsspruch | → arbitratie | ↔ arbitration — the act or process of arbitrating |