Summary
German to Dutch: more detail...
-
sich erstrecken:
-
Wiktionary:
sich erstrecken → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, halen, inslaan, raken, teisteren, treffen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for sich erstrecken from German to Dutch
sich erstrecken: (*Using Word and Sentence Splitter)
Wiktionary Translations for sich erstrecken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• sich erstrecken | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• sich erstrecken | → halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot | ↔ atteindre — toucher de loin au moyen d’un projectile. |