German
Detailed Translations for Rechtswesen from German to Dutch
Rechtswesen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- recht: rechts; eerlijk; fair; rechtaan; precies goed
- Wesen: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; iemand; mensenkind; personage; figuur; natuur; karakter; aard; mentaliteit; inslag; geaardheid; gemoed; inborst; midden; kern; essentie; temperament; gemoedsgesteldheid; gemoedsaard
- rechts: rechts
- Recht: gelijk; recht; gerechtigheid; gewoonterecht; bezit; goederen; eigendom; bezittingen; have; rechtvaardigheid; eigenschap van rechtvaardigheid; bevoegdheid
- rechen: aanharken; harken; bijeenharken
Wiktionary Translations for Rechtswesen:
Rechtswesen
noun
-
Gesamtheit des organisatorischen Systems der Justizorgane und anderer juristischer Organisationen sowie deren Aufgaben, Aktivitäten und Arbeitsweisen
- Rechtswesen → rechtswezen