Summary
German to Dutch: more detail...
-
Sinn geben:
-
Wiktionary:
Sinn geben → betekenisvol, zinvol, kloppen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for Sinn geben from German to Dutch
Sinn geben: (*Using Word and Sentence Splitter)
- Sinn: doel; zin; bedoeling; beduiding; beduidenis; nut; nuttigheid; inhoud; betekenis; geest; strekking; teneur; winst; baat; profijt; gewin
- geben: geven; doneren; verstrekken; ingeven; binnen gieten; iemand iets toedienen; schenken; cadeau geven; cadeau doen; verschaffen; vergeven; weggeven; wegschenken; verdelen; gunnen; uitreiken; distribueren; ronddelen; gunst verlenen; voordoen; voorbinden
Spelling Suggestions for: Sinn geben
Wiktionary Translations for Sinn geben:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Sinn geben | → betekenisvol; zinvol; kloppen | ↔ make sense — be coherent |
• Sinn geben | → kloppen; zinvol; betekenisvol | ↔ avoir du sens — être cohérent |
External Machine Translations: