Summary
German to Dutch: more detail...
-
erwirken:
-
Wiktionary:
erwirken → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, bereiken, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, halen, inslaan, raken, teisteren, treffen, opereren, maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren, effect sorteren, uitwerking hebben, werken, uitwerken, ageren, bezig zijn, handelen, optreden, te werk gaan -
Synonyms for "erwirken":
auf die Beine stellen; durchsetzen; erreichen; erzielen; leisten; schaffen; umsetzen; vollbringen; vollenden
durchboxen; durchbringen; durchdrücken; durchstieren; erringen; ertrotzen; erzwingen
-
Wiktionary:
German
Detailed Translations for erwirken from German to Dutch
erwirken:
Synonyms for "erwirken":
Wiktionary Translations for erwirken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• erwirken | → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien; belenden; grenzen aan; besturen; brengen; leiden; geleiden; voeren; uitgaan; uitlopen; uitstappen; uitstijgen; uittreden; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot; leiden tot; uitdraaien op; uitlopen op | ↔ aboutir — toucher par un bout. |
• erwirken | → halen; inslaan; raken; teisteren; treffen; bereiken; behalen; inhalen; reiken tot | ↔ atteindre — toucher de loin au moyen d’un projectile. |
• erwirken | → opereren; maken; aanmaken; bedrijven; doen; uitbrengen; uitrichten; uitvoeren; effect sorteren; uitwerking hebben; werken; uitwerken; ageren; bezig zijn; handelen; optreden; te werk gaan | ↔ opérer — accomplir une œuvre, produire un effet. |