German
Detailed Translations for querschlagen from German to Dutch
querschlagen: (*Using Word and Sentence Splitter)
- quer: dwars; kruiselings; overdwars; dwars op
- schlagen: slaan; bonken; hameren; een klap geven; vechten; kampen; matten; knokken; duelleren; bakkeleien; timmeren; meppen; hengsten; hard slaan; tokkelen; verkrijgen; behalen; winnen; raken; treffen; beroeren; beuken; rammen; een radslag maken; een opdonder verkopen; klinken; bestrijden; heien; doorhakken; bevechten; kloven; klieven; spijkeren; bekampen; doorklieven; vastnagelen; vastspijkeren; vastslaan; kleunen; doormidden hakken; doorhouwen; in tweeën houwen
- Schlagen: gebonk; gebons; gebeuk; geklots
Wiktionary Translations for querschlagen:
querschlagen
verb
-
tegenwerken, moeilijkheden geven