Translate Austräger from German to Dutch

Summary

German to Dutch: more detail...

Austräger:
- hulpjes; loopjongens; bodes; koeriers; bezorgers; rondbrengers; bestellers; koerier; renbode; ijlbode

German

Detailed Translations for Austräger from German to Dutch

der Austräger
de hulpjes; de loopjongens
- hulpjes [de ~] noun, plural
- loopjongens [de ~] noun, plural
der Austräger
de bodes; de koeriers; de bezorgers; rondbrengers
- bodes [de ~] noun, plural
- koeriers [de ~] noun, plural
- bezorgers [de ~] noun, plural
- rondbrengers [znw.] noun
der Austräger
de bestellers
- bestellers [de ~] noun, plural
der Austräger (Kurier; Spediteur; Transportunternehmer; Transporteur; Eilbote)
de koerier; de renbode; de ijlbode
- koerier [de ~ (m)] noun
- renbode [de ~ (m)] noun
- ijlbode [de ~ (m)] noun

Noun	Related Translations	Other Translations
bestellers	Austräger
bezorgers	Austräger
bodes	Austräger	Dienerinnen; Dienstbotinnen; Dienstmädchen; Haushaltshilfe
hulpjes	Austräger
ijlbode	Austräger; Eilbote; Kurier; Spediteur; Transporteur; Transportunternehmer
koerier	Austräger; Eilbote; Kurier; Spediteur; Transporteur; Transportunternehmer	Bote; Eilbote; Eilbrief; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Zusteller
koeriers	Austräger
loopjongens	Austräger
renbode	Austräger; Eilbote; Kurier; Spediteur; Transporteur; Transportunternehmer
rondbrengers	Austräger