Translate Lausbub from German to Dutch

Remove Ads

Summary

German to Dutch: more detail...

Lausbub:
- deugniet; boefje; bengel; schelm; kwajongen; vlegel; schavuit; ondeugd; guit; stinkerd; snaak; rakker

German

Detailed Translations for Lausbub from German to Dutch

Lausbub:

Lausbub [der ~] noun

der Lausbub (Bengel; Rotznase; Schelm)
de deugniet; het boefje; de bengel; de schelm; de kwajongen; de vlegel; de schavuit; de ondeugd
- deugniet [de ~ (m)] noun
- boefje [het ~] noun
- bengel [de ~ (m)] noun
- schelm [de ~ (m)] noun
- kwajongen [de ~ (m)] noun
- vlegel [de ~ (m)] noun
- schavuit [de ~ (m)] noun
- ondeugd [de ~] noun
der Lausbub (Schmutzfink; Schalk; Ekel; Taugenichts; Lump; Schurke; Iltis; Schmierfink; Scherzbold)
de guit; de deugniet; de stinkerd; de snaak; de rakker
- guit [de ~ (m)] noun
- deugniet [de ~ (m)] noun
- stinkerd [de ~ (m)] noun
- snaak [de ~ (m)] noun
- rakker [de ~ (m)] noun

Translation Matrix for Lausbub:

Noun	Related Translations	Other Translations
bengel	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm
boefje	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm
deugniet	Bengel; Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Rotznase; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts
guit	Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts	Komiker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schlauberger; Spaßvogel; Witzbold
kwajongen	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm
ondeugd	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm	Scheusal; Sünde; Unsittlichkeit; Untugend; häßlicheKerl
rakker	Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts	Bengel; Flegel; Frechdachs; Gauner; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Racker; Rüpel; Schelm; Straßenjunge; Taugenichts
schavuit	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm	Lausbube; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel
schelm	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm	Lausbube; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Schlingel
snaak	Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts	Galgengesicht; Gangster; Gauner; Halunke; Komiker; Possenreißer; Racker; Schalk; Schelm; Scherzbold; Schurke; Spaßvogel; Spitzbube; Witzbold
stinkerd	Ekel; Iltis; Lausbub; Lump; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Taugenichts	Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl
vlegel	Bengel; Lausbub; Rotznase; Schelm	Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Lümmel; Prolet; Rabauke; Rülpser; Rüpel; Schlingel; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl

Synonyms for "Lausbub":

Bazi; Bengel; Dreikäsehoch; Frechdachs; Früchtchen; Lausbube; Lausebengel; Lauser; Racker; Rotzgöre; Rotzlöffel; Rotznase; Schelm; Schlingel; Bub; Bube; Junge; Jüngling; Knabe; Knirps; Wicht
Bengel; Bub; Bube; Junge; Jüngling; Knabe; Knirps; Wicht; Abkömmling; Heranwachsender; Kind; Kleiner; Nachkomme; Nachwuchs; Spross; Sprössling

External Machine Translations:

Remove Ads

Translate Lausbub from German to Dutch

Detailed Translations for Lausbub from German to Dutch

Lausbub:

Lausbub [der ~] noun

der Lausbub (Bengel; Rotznase; Schelm)

der Lausbub (Schmutzfink; Schalk; Ekel; Taugenichts; Lump; Schurke; Iltis; Schmierfink; Scherzbold)

Translation Matrix for Lausbub:

Synonyms for "Lausbub":