Home ->Dictionaries ->German/Dutch ->Translate sich ausspreiten

Translate sich ausspreiten from German to Dutch

Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. sich ausspreiten:

German

Detailed Translations for sich ausspreiten from German to Dutch

sich ausspreiten:

sich ausspreiten verb

  1. sich ausspreiten (ausschwermen)
    verspreiden; zich verspreiden; uitzwermen; uitwaaieren; waaieren
    • verspreiden verb (verspreid, verspreidt, verspreidde, verspreidden, verspreid)
    • uitzwermen verb (zwerm uit, zwermt uit, zwermde uit, zwermden uit, uitgezwermd)
    • uitwaaieren verb (waaier uit, waaiert uit, waaierde uit, waaierden uit, uitgewaaierd)
    • waaieren verb (waaier, waaiert, waaierde, waaierden, gewaaierd)

Translation Matrix for sich ausspreiten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
uitwaaieren ausschwermen; sich ausspreiten auffächern
uitzwermen ausschwermen; sich ausspreiten
verspreiden ausschwermen; sich ausspreiten ausreiben; ausstreichen; ausstreuen; aussäen; streuen; verbreiten; verteilen
waaieren ausschwermen; sich ausspreiten
zich verspreiden ausschwermen; sich ausspreiten

Related Translations for sich ausspreiten







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0241 seconds
Page rendered in 1.0 seconds