Summary
German to Dutch:   more detail...
  1. urbarmachen:


German

Detailed Translations for urbarmachen from German to Dutch

urbarmachen:

urbarmachen verb

  1. urbarmachen (besiedeln; kolonisieren)
    koloniseren; vestigen; settelen
    • koloniseren verb (koloniseer, koloniseert, koloniseerde, koloniseerden, gekoloniseerd)
    • vestigen verb (vestig, vestigt, vestigde, vestigden, gevestigd)
    • settelen verb (settel, settelt, settelde, settelden, gesetteld)
  2. urbarmachen (erschließen; ausbeuten)
    ontginnen; bouwklaar maken

Translation Matrix for urbarmachen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bouwklaar maken ausbeuten; erschließen; urbarmachen
koloniseren besiedeln; kolonisieren; urbarmachen
ontginnen ausbeuten; erschließen; urbarmachen entschließen; kultivieren; roden; urbar machen
settelen besiedeln; kolonisieren; urbarmachen
vestigen besiedeln; kolonisieren; urbarmachen