Summary
English to Dutch: more detail...
-
piece of equipment:
-
Wiktionary:
piece of equipment → utensiliën, gebruiksvoorwerp
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for piece of equipment from English to Dutch
piece of equipment: (*Using Word and Sentence Splitter)
- piece: deel; stuk; gedeelte; part; fractie; stukje; eindje; partje; fragmentje; klein stukje; snippertje; mooi persoon; speelstuk; aandeel; plakje; schijfje; klontje; klompje; klontertje; brokje; kleine brok; artikel
- of: van; van de zijde van
- equipment: apparatuur; gereedschap; instrument; instrumenten; werktuig; gereedschappen; werktuigen; gerei; handwerktuig; handgereedschap; uitrusting; toerusting; benodigde; versiering; outfit; uitzet; monstering; outillage; uitmonstering; uitrustingsstuk; uitrustingsstukken
Wiktionary Translations for piece of equipment:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• piece of equipment | → utensiliën; gebruiksvoorwerp | ↔ Utensil — meist Plural: Gegenstand, den man für einen bestimmten Zweck benützt |