Summary
English to Dutch: more detail...
- market:
-
Wiktionary:
- market → vermarkten, op de markt brengen, commercialiseren
- market → markt, marktplein, markt-, beurs, afzetmarkt, afzetgebied
- market → markt, jaarbeurs, kermis, bazaar, marktplaats, marktplein, afzetgebied, aanschaf, afname
English
Detailed Translations for market from English to Dutch
market:
-
the market (goods trade; market place)
-
the market (stock exchange; exchange)
-
the market (area of distribution; consuming market; opening)
-
the market (cut down expenses; reduction; saving; retrenchment; diminution; finance management; decrease; curtailment; economy; shortening; slackening; foreshortening; recess; dwindling; salary cut; cut)
de besparing; de kostenbesparing; de inkrimping; de besnoeiing; de verkorting; de bezuiniging; de bekorting -
the market
Translation Matrix for market:
Related Words for "market":
Synonyms for "market":
Related Definitions for "market":
Wiktionary Translations for market:
market
Cross Translation:
verb
market
-
to make available and promote
- market → vermarkten; op de markt brengen; commercialiseren
-
-
- market → markt; marktplein
-
used attributively
- market → markt-
-
formally organized system of trading in specified goods or effects
-
geographical area where a commercial demand exists
- market → afzetmarkt; afzetgebied; markt
-
group of customers for a product
- market → markt; afzetmarkt
-
organised event of trading
- market → markt
-
spacious site for trading
- market → marktplein; markt
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• market | → markt | ↔ Markt — verallgemeinert: Sphäre der Warenzirkulation |
• market | → markt | ↔ Markt — Einrichtung/Ort zum Handel mit Waren |
• market | → jaarbeurs; kermis; markt; bazaar; marktplaats | ↔ foire — assemblée considérable et publique qui se tient en temps et lieu désignés d’avance, où tous les marchands peuvent étaler et vendre des objets de leur commerce. |
• market | → markt; bazaar; marktplaats; marktplein; afzetgebied | ↔ marché — Lieu de ce groupement |
• market | → markt; aanschaf; afname | ↔ marché — Concept économique |