Summary
English to Dutch: more detail...
-
at the beginning:
-
Wiktionary:
at the beginning → aanvankelijk - User Contributed Translations for at the beginning:
in het begin
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for at the beginning from English to Dutch
at the beginning: (*Using Word and Sentence Splitter)
- at: te; via; ter; bij; erbij; erop; in; aan; tot; totdat; tot bij; naar; ergens naartoe; à; ten; ten huize van
- the: het; de
- begin: beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; aanknopen; aanbinden; aanbreken; een begin nemen; inzetten; intreden; op gang komen; inluiden; erbij betrekken; uitnodigen; engageren; inviteren
- beginning: begin; inzet; opening; start; aanvang; hoofd; titel; aanhef; beginnen; aanvangen; inzetten; aanheffen; beginne; aansnijden; entameren
Wiktionary Translations for at the beginning:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• at the beginning | → aanvankelijk | ↔ anfangs — am Anfang |