Summary
English to Dutch: more detail...
-
show the way:
-
Wiktionary:
show the way → de weg wijzen, leiden, geleiden, rondleiden, stemmen, regelen, reglementeren, reguleren, vereffenen, inrichten, ruimen, opruimen, schikken, terechtbrengen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for show the way from English to Dutch
show the way: (*Using Word and Sentence Splitter)
- show: tonen; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; presenteren; laten zien; laten blijken; getuigen van; voorstelling; show; performance; happening; vertonen; exposeren; demonstratie; aangeven; aanduiden; indiceren; iets aanwijzen; wijzen; tentoonstelling; attenderen; expositie; parade; vertoning; opvoering; staatsie; tevoorschijn brengen; openbaren; zich uiten; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; voordedaghalen; uiterlijk vertoon; wijzen naar; uitstalling; toneelavond; tevoorschijn halen; te voorschijn halen; voor de dag halen
- the: het; de
- way: manier; procedure; wijze; methode; wijs; handelwijze; trant; afstand; traject; route; pad; ronde; etappe; tournee; baanvak; weg; baan; straat; straatweg
Wiktionary Translations for show the way:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• show the way | → de weg wijzen; leiden; geleiden; rondleiden | ↔ guider — accompagner quelqu’un pour lui montrer le chemin. |
• show the way | → stemmen; regelen; reglementeren; reguleren; vereffenen; inrichten; ruimen; opruimen; schikken; terechtbrengen; de weg wijzen; leiden; geleiden; rondleiden | ↔ régler — tirer avec la règle des lignes droites sur du papier, du parchemin, du carton, etc. cf|papier réglé. |