English
Detailed Translations for backstair from English to Dutch
backstair: (*Using Word and Sentence Splitter)
- back: rug; leuning; rugleuning; rugzijde; terug; achteruit; achterwaarts; naar achter; naar achteren; rugwaarts; achterkant; achterzijde; opkomen voor; weder; weerom; weer; opnieuw; nogmaals; wederom; back; andermaal; achterspeler; helpen; ondersteunen; bijstaan; assisteren; bijspringen; weldoen; seconderen; vroeger; voorheen; eertijds; voormaals; financieren
- stair: trede; opstapje
- Back: Terug
backstair:
Translation Matrix for backstair:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | backstairs; furtive |
Synonyms for "backstair":
Related Definitions for "backstair":
External Machine Translations: