English
Detailed Translations for deadbolt from English to Dutch
deadbolt: (*Using Word and Sentence Splitter)
- dead: dood; levenloos; geesteloos; onbezield; niet bezield; overleden; gestorven; doodgegaan; heengegaan; afgestorven
- bolt: bout; moerbout; op hol slaan; tong; schoot; schuif; grendel; verschuifbare sluiting; bliksem; flits; bliksemslag; bliksemschicht; bliksemflits; knip; sluitinrichting voor deur of raam; builen; tapbout; schicht
deadbolt:
Translation Matrix for deadbolt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | bolt |