Summary


English

Detailed Translations for decend from from English to Dutch

decend from:

decend from verb

  1. decend from (originate from; derive from; sprout; spring from)
    voortkomen; afstammen; afkomstig zijn; stammen; ontspruiten; spruiten
    • voortkomen verb (kom voort, komt voort, kwam voort, kwamen voort, voortgekomen)
    • afstammen verb (stam af, stamt af, stamde af, stamden af, afgestamd)
    • afkomstig zijn verb (ben afkomstig, bent afkomstig, is afkomstig, was afkomstig, waren afkomstig, afkomstig geweest)
    • stammen verb (stam, stamt, stamde, stamden, gestamd)
    • ontspruiten verb (ontspruit, ontsproot, ontsproten, ontsproten)
    • spruiten verb (spruit, sproot, sproten, gesproten)

Translation Matrix for decend from:

NounRelated TranslationsOther Translations
afstammen descent; lineage
spruiten cuttings; descent; lineage; shoots; sprigs
stammen tree-trunks; tribes; trunks
VerbRelated TranslationsOther Translations
afkomstig zijn decend from; derive from; originate from; spring from; sprout
afstammen decend from; derive from; originate from; spring from; sprout
ontspruiten decend from; derive from; originate from; spring from; sprout arise from; evolve out of; originate from; stem from
spruiten decend from; derive from; originate from; spring from; sprout arise from; descend from; sprout from
stammen decend from; derive from; originate from; spring from; sprout
voortkomen decend from; derive from; originate from; spring from; sprout come into being; come into existance; originate

Related Translations for decend from