English
Detailed Translations for geartrain from English to Dutch
geartrain: (*Using Word and Sentence Splitter)
- gear: tandwiel; tandrad; versnelling; schakelinrichting; kleding; kleren; tenue; plunje; uitrusting; benodigde; versiering; outfit; uitzet; monstering; outillage; uitmonstering; harnas; tuig; toom; gareel
- train: ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen; africhten; dresseren; dier africhten; harden; coachen; bekwamen; sleep; oefenen; repeteren; treinstel; leren; studeren; blokken; inlichten; voorlichten; onderrichten; karavaan; trein; onderwijzen; bijbrengen; doceren; spoortrein
- Gear: Tandwielen
geartrain:
Translation Matrix for geartrain:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | gear; gearing; power train; train |