Translate generalise from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

generalise:
- generaliseren; globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren; over één kam scheren
Wiktionary:
- generalise → generaliseren

English

Detailed Translations for generalise from English to Dutch

to generalise (generalize)
generaliseren; globaliseren; veralgemenen; veralgemeniseren
- generaliseren verb (generaliseer, generaliseert, generaliseerde, generaliseerden, gegeneraliseerd)
- globaliseren verb (globaliseer, globaliseert, globaliseerde, globaliseerden, geglobaliseerd)
- veralgemenen verb (veralgemeen, veralgemeent, veralgemeende, veralgemeenden, veralgemeend)
- veralgemeniseren verb (veralgemeniseer, veralgemeniseert, veralgemeniseerde, veralgemeniseerden, veralgemeniseerd)
to generalise (generalize; ignore all distinctions)
over één kam scheren
- over één kam scheren verb

Verb	Related Translations	Other Translations
generaliseren	generalise; generalize
globaliseren	generalise; generalize
over één kam scheren	generalise; generalize; ignore all distinctions
veralgemenen	generalise; generalize
veralgemeniseren	generalise; generalize
-	extrapolate; generalize; infer; popularise; popularize; vulgarise; vulgarize

become systemic and spread throughout the body¹
cater to popular taste to make popular and present to the general public; bring into general or common use¹
draw from specific cases for more general cases¹
speak or write in generalities¹

generalise

verb

over één kam scheren, geen onderscheid maken
- generaliseren → generalize; generalise