Summary
English to Dutch: more detail...
-
have confidence in:
-
Wiktionary:
have confidence in → vertrouwen, toevertrouwen, vertrouwen hebben in, ontboezemen
-
Wiktionary:
English
Detailed Translations for have confidence in from English to Dutch
have confidence in: (*Using Word and Sentence Splitter)
- have: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; eigen
- confidence: vertrouwen; geloof; fiducie; confidentie
- in: te; in; bij; erbij; erop; aan; ten; ten tijde van; tussenbeide
Wiktionary Translations for have confidence in:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• have confidence in | → vertrouwen; toevertrouwen; vertrouwen hebben in; ontboezemen | ↔ confier — Traductions à trier suivant le sens |