Summary
English to Dutch:   more detail...
  1. keep out of:


English

Detailed Translations for keep out of from English to Dutch

keep out of:

keep out of verb

  1. keep out of (avoid)
    vermijden; mijden; ontlopen; ontwijken; uit de weg gaan
    • vermijden verb (vermijd, vermijdt, vermeed, vermeden, vermeden)
    • mijden verb (mijd, mijdt, meed, meden, gemeden)
    • ontlopen verb (ontloop, ontloopt, ontliep, ontliepen, ontlopen)
    • ontwijken verb (ontwijk, ontwijkt, ontweek, ontweken, ontweken)
    • uit de weg gaan verb (ga uit de weg, gaat uit de weg, ging uit de weg, gingen uit de weg, gingen uit de weg)

Translation Matrix for keep out of:

NounRelated TranslationsOther Translations
mijden avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
ontlopen avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
ontwijken avoidance; avoiding; evading; evasion; outflanking movement; shun; shunning; shying away from; trying to escape from
vermijden avoidance; evasion; shun; shunning; shying away from
VerbRelated TranslationsOther Translations
mijden avoid; keep out of
ontlopen avoid; keep out of avoid; evade
ontwijken avoid; keep out of avoid; evade
uit de weg gaan avoid; keep out of give way
vermijden avoid; keep out of avoid; evade

Related Translations for keep out of