English
Detailed Translations for lower oneself from English to Dutch
lower oneself: (*Using Word and Sentence Splitter)
- low: dieptepunt; laagtepunt; laag; niet hoog; slecht; vals; kwaadwillig; met slechte intentie; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; loeien; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; in het geniep; depressie; lage luchtdruk; laagterecord; laagstaand; laaghangend; diepterecord; emotionele crisis
- lower: verlagen; lager maken; neer laten zakken
- oneself: zichzelf; zich
lower oneself:
Translation Matrix for lower oneself:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | condescend; stoop |