Summary
English to Dutch: more detail...
- remarkable:
- remark:
-
Wiktionary:
- remarkable → opmerkelijk, markant, opvallend
- remarkable → merkwaardig, opmerkelijk, op de voorgrond tredend, prominent, uitstekend, vooruitstekend, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend
- remark → opmerking, aanmerking
- remark → opmerken, bemerken
- remark → notitie, aantekening, merken, bemerken, opmerken, bespeuren, in de smiezen krijgen, in het oog krijgen, ontwaren, opmerking, waarneming, inachtneming, naleving, observatie, een sein geven, seinen, opmerkzaam maken, signaleren, attenderen, attent maken, een wenk geven, goed doen uitkomen, met nadruk zeggen, nadruk leggen op, accentueren, beklemtonen, de klemtoon leggen op
-
User Contributed Translations for remarkable:
- opvallende
English
Detailed Translations for remarkable from English to Dutch
remarkable:
-
remarkable (striking; notable; conspicuous; obvious; outstanding; distinct; explicit; pronounced; unmistakable)
opmerkelijk; opvallend; saillant; opmerkenswaardig; frappant; in het oog springend; treffend; in het oog lopend-
opmerkelijk adj
-
opvallend adj
-
saillant adj
-
opmerkenswaardig adj
-
frappant adj
-
treffend adj
-
-
remarkable (considerable; enormous; substantial; conspicuous; notable; great; striking; respectable; vast; large; big; tall)
behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink-
behoorlijk adj
-
aanzienlijk adj
-
enorm adj
-
beduidend adj
-
aanmerkelijk adj
-
fors adj
-
flink adj
-
Translation Matrix for remarkable:
Related Words for "remarkable":
Synonyms for "remarkable":
Related Definitions for "remarkable":
Wiktionary Translations for remarkable:
remarkable
Cross Translation:
adjective
-
worthy of being remarked
- remarkable → opmerkelijk; markant; opvallend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• remarkable | → merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend | ↔ remarquable — Qui mériter d’être remarqué ; qui attirer l’attention. |
• remarkable | → bijtend; doordringend; fel; guur; schel; scherp; schril; snerpend; merkwaardig; opmerkelijk; op de voorgrond tredend; prominent; uitstekend; vooruitstekend | ↔ saillant — Qui avancer, qui sortir en dehors. |
remark:
-
the remark (comment; observation)
-
the remark (criticism; comment)
-
the remark (ellipse; comment)
-
the remark (expression of opinion; statement; declaration; utterance; comment; letting out)
Translation Matrix for remark:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aanmerking | comment; criticism; observation; remark | |
bemerking | comment; observation; remark | |
commentaar | comment; criticism; remark | |
ellips | comment; ellipse; remark | |
kritiek | comment; criticism; remark | critique; discussion; review |
meningsuiting | comment; declaration; expression of opinion; letting out; remark; statement; utterance | idea; judgement; opinion; view |
opmerking | comment; criticism; observation; remark | comment |
uitlating | comment; declaration; ellipse; expression of opinion; letting out; remark; statement; utterance | |
- | comment; input | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | comment; mention; note; notice; observe; point out | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
kritiek | awkward; critical; delicate; hard; painful; perilous; precarious; review; touchy; worrisome | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
commentaar | comment | |
Other | Related Translations | Other Translations |
- | interjection; observe |
Related Words for "remark":
Synonyms for "remark":
Related Definitions for "remark":
Wiktionary Translations for remark:
remark
remark
Cross Translation:
noun
-
het aanmerken
-
een uiting van gedachten of waarnemingen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• remark | → notitie; aantekening | ↔ Anmerkung — allgemein: (schriftlich oder mündlich) eine zusätzlich geben Information |
• remark | → merken; bemerken; opmerken; bespeuren; in de smiezen krijgen; in het oog krijgen; ontwaren | ↔ apercevoir — Remarquer une chose qui avait échappé d’abord. |
• remark | → opmerking; waarneming; inachtneming; naleving; observatie | ↔ observation — action d’observer ce qui prescrire par quelque loi ou ce que l’on promettre à quelqu’un. |
• remark | → opmerking | ↔ remarque — action de remarquer ou d’observer. |
• remark | → een sein geven; seinen; opmerken; opmerkzaam maken; signaleren; attenderen; attent maken; een wenk geven | ↔ signaler — appeler ou attirer l’attention de quelqu’un sur une personne ou sur une chose. |
• remark | → opmerken; opmerkzaam maken; signaleren; goed doen uitkomen; met nadruk zeggen; nadruk leggen op; accentueren; beklemtonen; de klemtoon leggen op | ↔ souligner — tirer une ligne sous un mot, ou sous plusieurs mots. |