English
Detailed Translations for slice up from English to Dutch
slice up: (*Using Word and Sentence Splitter)
- slice: plak; moot; tranche; schijf; spatel; plakje; schijfje; doorsnijden; segment
- up: op; naar boven; bij; erbij; erop; aan; druk; geanimeerd; drukpratend; omhoog; opwaarts; naar boven toe
slice up:
Translation Matrix for slice up:
Verb | Related Translations | Other Translations |
- | slice |