Home ->Dictionaries ->English/Dutch ->Translate stupor

Translate stupor from English to Dutch

Summary

English to Dutch: more detail...

stupor:
- verdoving; narcose; meedogenloosheid; ongevoeligheid; gevoelloosheid; emotieloosheid; verdoofdheid
Wiktionary:
- stupor → verdwazing, verbijstering, stupor
- stupor → stupor, consternatie, ontsteltenis, verbijstering, verslagenheid

English

Detailed Translations for stupor from English to Dutch

stupor:

stupor [the ~] noun

the stupor (anaesthetic; narcosis; drugging; anesthetic)
de verdoving; de narcose
- verdoving [de ~ (v)] noun
- narcose [de ~ (v)] noun
the stupor (emotionlessness; numbness)
de meedogenloosheid; de ongevoeligheid; de gevoelloosheid; emotieloosheid
- meedogenloosheid [de ~ (v)] noun
- ongevoeligheid [de ~ (v)] noun
- gevoelloosheid [de ~ (v)] noun
- emotieloosheid [znw.] noun
the stupor (numbness)
verdoofdheid; de gevoelloosheid
- verdoofdheid [znw.] noun
- gevoelloosheid [de ~ (v)] noun

Translation Matrix for stupor:

Noun	Related Translations	Other Translations
emotieloosheid	emotionlessness; numbness; stupor
gevoelloosheid	emotionlessness; numbness; stupor	callousness; indifference; insensibility; insensitivity; numbness
meedogenloosheid	emotionlessness; numbness; stupor
narcose	anaesthetic; anesthetic; drugging; narcosis; stupor
ongevoeligheid	emotionlessness; numbness; stupor	callousness; indifference; insensibility; insensitivity; numbness
verdoofdheid	numbness; stupor
verdoving	anaesthetic; anesthetic; drugging; narcosis; stupor	anaesthetic; anesthetic
-	daze; grogginess; semiconsciousness; shock; stupefaction

Related Words for "stupor":

stupors

Synonyms for "stupor":

daze; shock; stupefaction
grogginess; stupefaction; semiconsciousness; unconsciousness

Related Definitions for "stupor":

marginal consciousness¹
- someone stole his wallet while he was in a drunken stupor¹
the feeling of distress and disbelief that you have when something bad happens accidentally¹

Wiktionary Translations for stupor:

stupor

noun

a state of reduced consciousness or sensibility
- stupor → verdwazing; verbijstering

stupor

noun

verminderd bewustzijn
- stupor → stupor

Cross Translation:

From	To	Via
• stupor	→ stupor; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid	↔ stupeur — médecine\|fr trouble organique et mental, caractérisé par la suspension complète de toute activité mentale et extérieure.
• stupor	→ stupor; consternatie; ontsteltenis; verbijstering; verslagenheid	↔ stupéfaction — étonnement profond qui produire la stupeur.

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University