English
Detailed Translations for tax write-off from English to Dutch
tax write-off: (*Using Word and Sentence Splitter)
- tax: kosten; belasting; heffing; leges; overheidsbelasting; aanslaan; taxeren; belastingen; heffingen
- write: schrijven; corresponderen; een briefwisseling hebben; pennen; kalken
- off: uit; weg; vanaf deze plaats; klaar; gedaan; af; gereed; beëindigd; volbracht; fout; verkeerd; mis; foutief; ernaast; onjuist; ten onrechte; onwaar; eraf; ervandoor; ervantussen
tax write-off:
Translation Matrix for tax write-off:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | deduction; tax deduction |