English
Detailed Translations for washing soda from English to Dutch
washing soda: (*Using Word and Sentence Splitter)
- wash: wassen; uitwassen; afspoelen; schoonmaken; reinigen; zuiveren; golfslag; schoonpoetsen; omslaan van golven; kielzog; kielwater; uitspoelen; omspoelen met water
- washing: wassen; reinigen; wassing; schoonmaken; schoonmaak; reiniging; zuivering; kuis; kuising; goed; wasgoed
- soda: spuitwater; soda; sodawater; frisdrank
washing soda:
Translation Matrix for washing soda:
Noun | Related Translations | Other Translations |
- | sal soda; soda; soda ash; sodium carbonate |