Home ->Dictionaries ->Spanish/Dutch ->Translate caciques

Translate caciques from Spanish to Dutch

Summary

Spanish to Dutch: more detail...

caciques:
- leiders; hoofdmannen; opperhoofden
cacique:
- opperhoofd; stamhoofd; hoofdleider; hoofdman; hoofd
Wiktionary:
- cacique → opperhoofd, stamhoofd

Spanish

Detailed Translations for caciques from Spanish to Dutch

caciques:

caciques [el ~] noun

el caciques (lideres; jefes)
de leiders; de hoofdmannen; de opperhoofden
- leiders [de ~] noun, plural
- hoofdmannen [de ~] noun, plural
- opperhoofden [de ~] noun, plural

Translation Matrix for caciques:

Noun	Related Translations	Other Translations
hoofdmannen	caciques; jefes; lideres	capataces; jefes; líderes
leiders	caciques; jefes; lideres	capataces; jefes; líderes
opperhoofden	caciques; jefes; lideres

Related Words for "caciques":

cacique

caciques form of cacique:

cacique [el ~] noun

el cacique (gran jefe; jefe)
het opperhoofd; het stamhoofd; de hoofdleider; de hoofdman; het hoofd
- opperhoofd [het ~] noun
- stamhoofd [het ~] noun
- hoofdleider [de ~ (m)] noun
- hoofdman [de ~ (m)] noun
- hoofd [het ~] noun

Translation Matrix for cacique:

Noun	Related Translations	Other Translations
hoofd	cacique; gran jefe; jefe	administrador; cabecera; cabeza; cabeza de un ser humano; cabezada; capataz; capitán; cerebro; comandante; contramaestre; director; director de escuela; directora; entonamiento; gerente; jefa; jefe; líder; mente; mentor; patrón; presidente; superior
hoofdleider	cacique; gran jefe; jefe
hoofdman	cacique; gran jefe; jefe	administrador; cabecera; cabezada; capitán; comandante; director; gerente; jefa; jefe; mentor; presidente
opperhoofd	cacique; gran jefe; jefe
stamhoofd	cacique; gran jefe; jefe
Modifier	Related Translations	Other Translations
hoofd		mayoritario; principal

Related Words for "cacique":

caciques, cacica, cacicas

Synonyms for "cacique":

amo; señor; dueño; jefe
déspota; oligarca; tirano

Wiktionary Translations for cacique:

Cross Translation:

From	To	Via
• cacique	→ opperhoofd; stamhoofd	↔ chieftain — A leader of a clan or tribe