Summary
French
Detailed Translations for trou du cul from French to Dutch
trou du cul: (*Using Word and Sentence Splitter)
- trou: gat; opening; bres; kuil; uitholling; oogje; oog orgaan; lek; lekken; luchtkanaal; ventilatiekanaal; luchtkoker; luchtgat; luchtbuis; tussenuur; uithoek; vrije uur; steenkuilen
- troué: doorbreken; doorbraak; doorbreking; stuk; kapot; beschadigd; gebarsten; dijkbreuk
- devoir: willen; moeten; believen; dienen; verplicht zijn; plicht; werkstuk; verhandeling; schrijfwerk; probleem; moeilijkheid; ingewikkeldheid; schuldig zijn
- déçu: betrokken; teleurgesteld; sip; beteuterd; wijsgemaakt
- dû: verschuldigd; verplicht; vereist; obligaat; obligatoir; verplicht zijn aan
- cul: kont; billen; achterwerk; achterste; zitvlak; bibs; zitwerk
Wiktionary Translations for trou du cul:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • trou du cul | → gat | ↔ arsehole — anus |
| • trou du cul | → reet; kontgat | ↔ asshole — anus |
| • trou du cul | → lul; hufter; klootzak | ↔ asshole — mean or rude person |
| • trou du cul | → anus | ↔ bum — anus specifically |
| • trou du cul | → reet; kontgat | ↔ Arschloch — vulgär: After |