Home ->Dictionaries ->French/Dutch ->Search: compétent

French and Dutch Translation Search Results for compétent

Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. compétent:
  2. Wiktionary:
Dutch to French:   more detail...
  1. competent:
  2. Wiktionary:

French

Detailed Translations for compétent from French to Dutch

compétent:

compétent adj

  1. compétent (capable; bon; qualifié; )
    geschikt; bekwaam; competent; capabel
  2. compétent (autorisé; habilité; qualifié; légitime; licite)
    bevoegd
  3. compétent (capable physiquement; apte; habile; averti)
    in staat; fysiek in staat
  4. compétent (professionnel; intelligent; qualifié; expert; spécialisé)
    vakbekwaam; vakkundig; competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig
  5. compétent (capable; entraîné; habile; )
    bekwaam; bedreven; geoefend
  6. compétent (diplômé; qualifié)
    gekwalificeerd; gediplomeerd
  7. compétent
    kundig

Translation Matrix for compétent:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bedreven adroit; adroitement; apte; capable; compétent; entraîné; exercé; habile; habilement assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé
bekwaam adroit; adroitement; apte; bon; capable; compétent; entraîné; exercé; expert; habile; habilement; professionnel; qualifié; spécialisé adroit; adroitement; agile; agilement; habile; habilement
bevoegd autorisé; compétent; habilité; licite; légitime; qualifié
capabel apte; bon; capable; compétent; expert; habile; professionnel; qualifié; spécialisé
competent apte; bon; capable; compétent; expert; habile; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé
deskundig compétent; expert; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé
gediplomeerd compétent; diplômé; qualifié
gekwalificeerd compétent; diplômé; qualifié
geoefend adroit; adroitement; apte; capable; compétent; entraîné; exercé; habile; habilement
geschikt apte; bon; capable; compétent; expert; habile; professionnel; qualifié; spécialisé acceptable; adapté; adéquat; agréable; agréablement; aimable; aimablement; approprié; apte; avec raison; bon; bonhomme; capable de travailler; comme il faut; convenable; convenablement; correspondant; de façon sympathique; décent; en capacité de travail; gentil; gentiment; honnête; plaisamment; plaisant; proportionné; raisonable; raisonablement; sympathique
kundig compétent adroit; adroitement; agile; agilement; astucieusement; astucieux; avec astuce; averti; avisé; brillant; habile; habilement; ingénieuse; ingénieusement; ingénieux
oordeelkundig compétent; expert; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé
vakbekwaam compétent; expert; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé
vakkundig compétent; expert; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fysiek in staat apte; averti; capable physiquement; compétent; habile
in staat apte; averti; capable physiquement; compétent; habile
ter zake kundig compétent; expert; intelligent; professionnel; qualifié; spécialisé

Synonyms for "compétent":


Wiktionary Translations for compétent:

compétent
adjective
  1. juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.
compétent
adjective
  1. bevoegd; bekwaam
Cross Translation:
FromToVia
• compétent → geoefend; competent; bekwaam ↔ proficient — skilled

Related Translations for compétent



Dutch

Detailed Translations for compétent from Dutch to French

competent:

competent adj

  1. competent (capabel; geschikt; bekwaam)
    capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert
  2. competent (oordeelkundig; vakbekwaam; vakkundig; deskundig; ter zake kundig)
    professionnel; compétent; intelligent; qualifié; expert; spécialisé

Translation Matrix for competent:

NounRelated TranslationsOther Translations
bon bon; coupon; tegoedbon; waardebon
expert deskundige; expert; keurmeester; specialist; specialiste; vakkundige
professionnel beroeps; deskundige; expert; prof; professional; specialist; specialiste; vakkundige
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
professionnel bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig beroeps; professioneel; professioneel uitziende
ModifierRelated TranslationsOther Translations
apte bekwaam; capabel; competent; geschikt arbeidsgeschikt; bedreven; bekwaam; fysiek in staat; geoefend; geschikt; in staat; in staat te werken; valide
bon bekwaam; capabel; competent; geschikt aangenaam; aanlokkelijk; aardig; adequaat; akkoord; attent; behulpzaam; braaf; eerlijk; gepast; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; heerlijk; hemels; hulpvaardig; in orde; juist; kostelijk; lekker; mee eens; mild; overheerlijk; passend; plezierig; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; reuzelekker; smakelijk; tof; verlokkend; verrukkelijk; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig; zalig
capable bekwaam; capabel; competent; geschikt bedreven; bekwaam; geoefend
compétent bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; bekwaam; bevoegd; fysiek in staat; gediplomeerd; gekwalificeerd; geoefend; in staat; kundig
expert bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig doorkneed
habile bekwaam; capabel; competent; geschikt adrem; bedreven; behendig; bekwaam; bijdehand; briljant; clever; ervaren; fabelachtig; fantastisch; fysiek in staat; gaaf; geoefend; gevat; handig; in staat; ingenieus; intelligent; kien; knap; krankzinnig; kundig; kunstig; pienter; raak; rap; reuze; schrander; slim; snedig; snel; snugger; te gek; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk; vlot; vlug; waanzinnig; wijs
intelligent competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig adrem; bedachtzaam; bij de pinken; bijdehand; clever; correct; doordacht; gevat; gis; goochem; intelligent; kien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; verstandig; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
qualifié bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bevoegd; doorkneed; ervaren; gediplomeerd; gekwalificeerd; geleerd; gerechtigd; geschoold; gewettigd; onderwezen
spécialisé bekwaam; capabel; competent; deskundig; geschikt; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig gespecialiseerd; specialistisch

Related Words for "competent":

  • competenter, competentere, competente

Wiktionary Translations for competent:

competent
adjective
  1. bevoegd; bekwaam
competent
adjective
  1. juri|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.
Cross Translation:
FromToVia
• competent → capable; expérimenté ↔ able — skillful
• competent → habilité ↔ able — legally qualified
• competent → compétent ↔ proficient — skilled







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0981 seconds
Page rendered in 1.0 seconds