French

Detailed Translations for prient from French to Dutch

prier:

prier verb (prie, pries, prions, priez, )

  1. prier (demander; requérir; solliciter; exiger; supplier)
    vragen; verzoeken; aanvragen; uitnodigen; aanzoeken
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • aanvragen verb (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • uitnodigen verb (nodig uit, nodigt uit, nodigde uit, nodigden uit, uitgenodigd)
    • aanzoeken verb (zoek aan, zoekt aan, zocht aan, zochten aan, aangezocht)
  2. prier (supplier; implorer; adjurer; conjurer)
    verzoeken; smeken; bidden; vragen
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
    • smeken verb (smeek, smeekt, smeekte, smeekten, gesmeekt)
    • bidden verb (bid, bidt, bad, baden, gebeden)
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
  3. prier (demander; implorer; supplier)
    bidden; in gebed zijn
  4. prier (présenter une requête; demander; solliciter; adresser une pétition)
    vragen; rekwestreren; aanvragen; verzoeken
    • vragen verb (vraag, vraagt, vroeg, vroegen, gevraagd)
    • rekwestreren verb (rekwestreer, rekwestreert, rekwestreerde, rekwestreerden, gerekwestreerd)
    • aanvragen verb (vraag aan, vraagt aan, vroeg aan, vroegen aan, aangevraagd)
    • verzoeken verb (verzoek, verzoekt, verzocht, verzochten, verzocht)
  5. prier (s'adresser à; demander; solliciter)
    bevragen
    • bevragen verb (bevraag, bevraagt, bevraagde, bevraagden, bevraagd)
  6. prier (faire de la lèche; demander; supplier; implorer)
    soebatten
    • soebatten verb (soebat, soebatt, soebatte, soebatten, gesoebat)

Conjugations for prier:

Présent
  1. prie
  2. pries
  3. prie
  4. prions
  5. priez
  6. prient
imparfait
  1. priais
  2. priais
  3. priait
  4. priions
  5. priiez
  6. priaient
passé simple
  1. priai
  2. prias
  3. pria
  4. priâmes
  5. priâtes
  6. prièrent
futur simple
  1. prierai
  2. prieras
  3. priera
  4. prierons
  5. prierez
  6. prieront
subjonctif présent
  1. que je prie
  2. que tu pries
  3. qu'il prie
  4. que nous priions
  5. que vous priiez
  6. qu'ils prient
conditionnel présent
  1. prierais
  2. prierais
  3. prierait
  4. prierions
  5. prieriez
  6. prieraient
passé composé
  1. ai prié
  2. as prié
  3. a prié
  4. avons prié
  5. avez prié
  6. ont prié
divers
  1. prie!
  2. priez!
  3. prions!
  4. prié
  5. priant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Translation Matrix for prier:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanvragen demander; prièr; requêter
bidden prière
smeken imploration; prière; supplications incessantes
verzoeken demandes; requêtes
vragen demandes; requêtes
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanvragen adresser une pétition; demander; exiger; prier; présenter une requête; requérir; solliciter; supplier demander; revendiquer; réclamer
aanzoeken demander; exiger; prier; requérir; solliciter; supplier
bevragen demander; prier; s'adresser à; solliciter
bidden adjurer; conjurer; demander; implorer; prier; supplier
in gebed zijn demander; implorer; prier; supplier
rekwestreren adresser une pétition; demander; prier; présenter une requête; solliciter
smeken adjurer; conjurer; implorer; prier; supplier
soebatten demander; faire de la lèche; implorer; prier; supplier
uitnodigen demander; exiger; prier; requérir; solliciter; supplier convier; embaucher; engager; inviter
verzoeken adjurer; adresser une pétition; conjurer; demander; exiger; implorer; prier; présenter une requête; requérir; solliciter; supplier demander; revendiquer; réclamer
vragen adjurer; adresser une pétition; conjurer; demander; exiger; implorer; prier; présenter une requête; requérir; solliciter; supplier demander; poser une question; revendiquer; réclamer

Synonyms for "prier":


Wiktionary Translations for prier:

prier
verb
  1. adorer la divinité en lui demander une grâce, en la remercier d’une grâce.
prier
verb
  1. in gebed zijn, een godheid iets vragen
  2. dringend iets vragen, smeken
  3. aan iemand vragen iets al dan niet te doen

Cross Translation:
FromToVia
prier smeken; bidden; bezweren beseech — to beg
prier bidden pray — to petition a higher being
prier bidden pray — to talk to God
prier verzoeken request — to ask somebody to do something