French
Detailed Translations for mettre en état from French to Dutch
mettre en état: (*Using Word and Sentence Splitter)
- mettre: plaatsen; zetten; leggen; neerleggen; neerzetten; deponeren; stationeren; aantrekken; aankleden; aandoen; wegleggen; bijzetten; aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; veroorzaken; aanrichten; aanstichten; bevestigen; vastleggen; verzekeren; verbinden; vastmaken; vastzetten; vastbinden; onderuit halen; dichttrekken; bedienen; opdienen; voorzetten; omdoen; opdissen; aan tafel bedienen; voordoen; posten; neervlijen; voorbinden; iets neerleggen; posteren
- émettre: zenden; uitstralen; uitzenden; rondstralen; uitbrengen; publiceren; openbaren; overmaken; opsturen; posten; toezenden; doen toekomen; iem. iets sturen; versturen; emitteren; omroepen; programma uitzenden
- en: te; in; van; naar; ergens naartoe; aan; bij; erbij; erop; ervan; ernaar; daarvan; ertoe; hiervan
- Etat: staat; land; rijk; natie; overheid; autoriteiten; openbaar gezag; rijksbestuur
- État: staat
- état: staat; positie; toestand; gesteldheid; status; aanzien; prestige; achtbaarheid; land; rijk; natie; conditie