French

Detailed Translations for aspect from French to Dutch

aspect:

aspect [le ~] noun

  1. l'aspect (angle; facette; point de vue; égard; optique)
    het facet; het aspect; het opzicht
  2. l'aspect (vue; vision; spectacle)
    de aanblik
  3. l'aspect (air de quelqu'un; apparence; extérieur; physique; dehors)
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht
  4. l'aspect (apparence; allure; forme; )
    de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; het type; de buitenkant; de vorm; het vertoon; het aanzien; het aangezicht; het gelaat
  5. l'aspect (ombre; silhouette; figure; forme)
    de gedaante; de schim
  6. l'aspect (allure; apparence; air)
    de allure; het aanzien
  7. l'aspect (extérieur; apparence; air; mine)
    het exterieur; het aanzien

Translation Matrix for aspect:

NounRelated TranslationsOther Translations
aanblik aspect; spectacle; vision; vue vue
aangezicht air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique face; façade; figure; front; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
aanzien air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique considération; excellence; grandeur; notoriété; prestige; renommée; respectabilité; réputation; statut; supériorité; état
allure air; allure; apparence; aspect
aspect angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
buitenkant air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique boîte; carton; côté extérieur; dehors; emballage; empaquetage; enveloppe; extérieur; face externe
exterieur air; apparence; aspect; extérieur; mine
facet angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
gedaante air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; ombre; physique; silhouette figure; forme; physique; posture; silhouette; stature; taille
gelaat air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique face; figure; physionomie; spectacle; visage; visibilité; vision; vue
iemand zijn uiterlijk air de quelqu'un; apparence; aspect; dehors; extérieur; physique
opzicht angle; aspect; facette; optique; point de vue; égard
schim aspect; figure; forme; ombre; silhouette apparition; connaissance; esprit; fantôme; génie; hantise; intellect; intelligence; raison; revenant; spectre; vision; âme
type air; allure; apparence; aspect; extérieur; figure; forme; mine; physique catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
uiterlijk air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique figure; forme; physique; silhouette; stature; taille
verschijning air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique apparition; comparution; connaissance; esprit; fantôme; figure; forme; génie; hantise; intellect; intelligence; parution; raison; revenant; silhouette; spectre; vision; âme
vertoon air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique démonstration; manifestation
voorkomen air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique apparence; camouflage; changement d'habits; couverture; devanture; déguisement; façade; manteau; mascarade; masque; pignon; travestissement
vorm air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; dehors; extérieur; figure; forme; mine; physique configuration; contour; façon; forme; forme modèle; manière; marge; matrice; modèle; moulage; moule; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
VerbRelated TranslationsOther Translations
aanzien jeter les yeux sur; jeter un coup d'oeil sur; jeter un regard; regarder
voorkomen advenir; parer à; parer à un inconvénient; prévenir; remédier à; se passer; se présenter
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
uiterlijk apparemment; au plus tard; de l'extérieur; de loin; du dehors; en apparence; en dernier lieu; externe; extérieur; extérieurement; tout au plus
OtherRelated TranslationsOther Translations
voorkomen empêcher; entraver; faire obstacle à; interdire

Synonyms for "aspect":


Related Translations for aspect



Dutch

Detailed Translations for aspect from Dutch to French

aspect:

aspect [het ~] noun

  1. het aspect (opzicht; facet)
    l'aspect; la facette; le point de vue; l'égard; l'angle; l'optique

Translation Matrix for aspect:

NounRelated TranslationsOther Translations
angle aspect; facet; opzicht benadering; benaderingswijze; gezichtshoek; gezichtspunt; hoek; invalshoek; oogpunt; optiek; perspectief; standpunt; zienswijs
aspect aspect; facet; opzicht aanblik; aangezicht; aanzien; allure; buitenkant; exterieur; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; schim; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
facette aspect; facet; opzicht
optique aspect; facet; opzicht benadering; benaderingswijze; bewering; denkbeeld; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; kijkkast; lezing; mening; oogpunt; oordeel; opinie; optica; optiek; opvatting; perspectief; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toekomst; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
point de vue aspect; facet; opzicht begrip; benadering; benaderingswijze; benul; beschouwing; bewering; denkbeeld; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; idee; interpretatie; invalshoek; inzicht; kans; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oogpunt; oordeel; opinie; optiek; opvatting; perspectief; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toekomst; uitzichtpunt; visie; vooruitzicht; zienswijs; zienswijze
égard aspect; facet; opzicht aanbidden; achting; eerbied; eerbiedigen; eerbiediging; hoogachting; ontzag; ontzien; respect; verering; verheerlijking; verheffen; waardering
ModifierRelated TranslationsOther Translations
optique optisch

Related Words for "aspect":

  • aspecten