French
Detailed Translations for personne qui fait la voile from French to Dutch
personne qui fait la voile: (*Using Word and Sentence Splitter)
- personne: persoon; mens; wezen; individu; sterveling; mensenkind; iemand
- qui: wie
- faire: uitvoeren; doen; handelen; verrichten; uitrichten; maken; scheppen; in het leven roepen; beginnen; starten; aanvangen; van start gaan; veroorzaken; aandoen; aanrichten; aanstichten; uitoefenen; beoefenen; plegen; berokkenen; afronden; beëindigen; afwerken; afmaken; klaarmaken; voltooien; volbrengen; completeren; volmaken; afkrijgen; een einde maken aan; klaarkrijgen; praktiseren; sport uitoefenen; voor elkaar krijgen; tot stand brengen
- fait: beëindigd; gepleegd; feit; gedaan; gereed; gaar; doorgekookt; over; uit; klaar; afgelopen; voorbij; af; voltooid; geëindigd; afgedaan; gemaakt; geproduceerd; vervaardigd; gecreëerd; geboren; geschapen; ter wereld gekomen; voorval; incident; gebeurtenis; evenement; gevormd; volbracht; zaak; geval; kwestie; aangelegenheid; affaire; actie; handeling; uitgevoerd; daad; aktie; verricht; casus; voltrokken
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- voile: sluier; voile; mist; nevel; waas; zeilsport; dekmantel; tuigage; zeilwerk; heiigheid
- voiler: bedekken; omhullen; hullen; maskeren; inhullen; camoufleren; in omgeving op laten gaan; verstoppen; verbergen; achterhouden; verduisteren; verhullen; wegstoppen; versluieren; bemantelen; verheimelijken; verbloemen
- voilé: verborgen; verscholen; verhuld; verdoezeld; onduidelijk; vaag; mat; flauw; wazig; mistig; onhelder; vagelijk; nevelachtig; niet uitbundig; bedekt; verkapt; gesluierd; verholen; versluierd; verbloemd; schemerig; schimmig; vaag zichtbaar
Wiktionary Translations for personne qui fait la voile:
personne qui fait la voile
noun
-
iemand die het zeilen beoefent
-
vrouwelijke zeiler