Summary
French
Detailed Translations for condescendre from French to Dutch
condescendre: (*Using Word and Sentence Splitter)
- con: kut; lul; lid; penis; piemel; pik; roede; hond; klootzak; eikel; schobbejak; schoelje; hoerenjong; kuttenkop; loeder; ploert; pleurislijer; pleurislijder; nietsnut; lapzwans; lamzak; lijntrekker; geitenbreier; leegloper; lanterfanter; slampamper; lammeling; slapkous; smeerlap; schoft; rotzak; stinkerd; smiecht; mispunt; fielt; naarling; oetlul; lullig; etter; etterbak; kaffer; rotvent; snertvent; sodemieter
- descendre: dalen; afdalen; naarbeneden glijden; afzetten; laten uitstappen; naar beneden gaan; omlaaggaan; naar beneden lopen; afkomen; afstappen; omlaagstappen; vermoorden; doden; afmaken; liquideren; ombrengen; doodslaan; doodmaken; van kant maken; neerschieten; verlopen; vervallen; aflopen; voorbijgaan; vergaan; verstrijken; neergaan; landen; terechtkomen; neerkomen; op de grond komen; schieten op; afstijgen; afklimmen; omlaagklauteren; doodschieten; executeren; afrijden; om het leven brengen; eraf rijden; neer laten zakken; doodvonnis uitvoeren; omlaagrijden; naar beneden rijden; inkrimpen; slinken; neerhalen; kleiner worden; omlaag gaan; lager worden; omlaagbrengen; neersabelen; naar beneden brengen; erafklimmen; neerbrengen; overhoopschieten; eraf klimmen; naar beneden klimmen; naar beneden dragen; omlaagdragen; omlaag klauteren; naar beneden tillen; omlaagtillen