French
Detailed Translations for à la noix from French to Dutch
à la noix: (*Using Word and Sentence Splitter)
- A: EVERYONE; A
- avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
- à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
- ça: het
- la: de
- là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
- noix: walnoot; sukkel; rund; idioot; oen; sul; onnozelaar; stommerd; stommerik; stommeling; onnozele; druiloor; kalfskop; schapenkop; schaapskop; onnozele hals; dom gansje; domme koe; sufferdje; domme gans; dom wicht; leeghoofdje
Spelling Suggestions for: à la noix
Wiktionary Translations for à la noix:
External Machine Translations:
Related Translations for à la noix
Dutch
Detailed Translations for à la noix from Dutch to French
Spelling Suggestions for: à la noix
External Machine Translations: