Summary
French to Dutch:   more detail...
  1. faire nombre:


French

Detailed Translations for faire nombre from French to Dutch

faire nombre:

faire nombre verb

  1. faire nombre (ajouter; inclure; compter; joindre; adjoindre)
    toevoegen; erbij tellen; erbij optellen
    • toevoegen verb (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • erbij tellen verb (tel erbij, telt erbij, telde erbij, telden erbij, erbij geteld)
    • erbij optellen verb (tel erbij op, telt erbij op, telde erbij op, telden erbij op, erbij opgeteld)

Translation Matrix for faire nombre:

NounRelated TranslationsOther Translations
toevoegen addition; incorporation
VerbRelated TranslationsOther Translations
erbij optellen adjoindre; ajouter; compter; faire nombre; inclure; joindre
erbij tellen adjoindre; ajouter; compter; faire nombre; inclure; joindre additionner; ajouter
toevoegen adjoindre; ajouter; compter; faire nombre; inclure; joindre additionner; adjoindre; ajouter; ajouter à; annexer; calculer en plus; compléter; envelopper; faire l'appoint; inclure; incorporer; insérer; joindre; remplir

Related Translations for faire nombre