Summary
French to Dutch: more detail...
- gîte:
-
Wiktionary:
- gîte → woning, kwartier, logies, onderkomen
French
Detailed Translations for gîte from French to Dutch
gîte:
-
le gîte (repaire; terrier; refuge)
-
le gîte (gîte de lièvre)
-
le gîte (hébergement; accommodation; logement; domicile; habitation; abri; foyer; hospice; maison d'accueil)
de accommodatie; de verblijfplaats; de huisvesting; het onderdak; de behuizing; het onderkomen; het kwartier; het tehuis -
le gîte (chambre à coucher; logis)
-
le gîte (lièvre)
het hazenleger
Translation Matrix for gîte:
Synonyms for "gîte":
External Machine Translations: