Summary
French to Dutch: more detail...
-
physique:
- natuurkunde; fysica
- fysiek; lijfelijk; fysisch; natuurkundig; conditioneel; fysieke gesteldheid betreffend; sensueel; wulps; zinlijk; zinnelijk
- verschijning; uiterlijk; voorkomen; gedaante; iemand zijn uiterlijk; vorm; vertoon; buitenkant; aangezicht; constitutie; lichaamsbouw; type; aanzien; gelaat; figuur; postuur
-
Wiktionary:
- physique → fysica, natuurkunde
- physique → natuurkunde, fysica, fysisch, lichamelijk, fysiek, fysische
French
Detailed Translations for physique from French to Dutch
physique:
-
la physique
de natuurkunde -
la physique
-
physique (corporel; corporelle)
-
physique
-
physique (concernant la condition physique)
-
physique (relatif aux sens; sensible; sensuel; sensoriel; par les sens; sensuellement; sensitif)
-
physique (sensuel; voluptueux; sensuellement)
-
le physique (air de quelqu'un; apparence; extérieur; dehors; aspect)
de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; iemand zijn uiterlijk; de vorm; het vertoon; de buitenkant; het aangezicht -
le physique (constitution physique; construction; constitutions)
-
le physique (apparence; allure; forme; figure; mine; aspect; air; extérieur)
de verschijning; het uiterlijk; het voorkomen; de gedaante; het type; de buitenkant; de vorm; het vertoon; het aanzien; het aangezicht; het gelaat -
le physique (stature; figure; silhouette; taille; forme)
Translation Matrix for physique:
Synonyms for "physique":
Wiktionary Translations for physique:
physique
Cross Translation:
noun
physique
-
science qui étudie la nature de la matière, de l’énergie et de leurs interactions.
- physique → fysica; natuurkunde
noun
-
de wetenschap van de materie en de bestudering van het gedrag en de interactie in ruimte en tijd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• physique | → natuurkunde; fysica | ↔ Physik — Lehre von den grundlegenden Gesetzen der Natur |
• physique | → fysisch | ↔ physikalisch — zur Physik gehörend, Gegenstand der Physik seiend |
• physique | → lichamelijk; fysiek | ↔ physical — having to do with the body |
• physique | → fysisch; fysische | ↔ physical — having to do with the material world |
• physique | → fysisch; fysische | ↔ physical — having to do with physics |
• physique | → natuurkunde; fysica | ↔ physics — branch of science |