Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. afzwakken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afzwakken from Dutch to German

afzwakken:

afzwakken [znw.] noun

  1. afzwakken (verzwakken; verslappen)
    Abschwächen

Translation Matrix for afzwakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
Abschwächen afzwakken; verslappen; verzwakken

Wiktionary Translations for afzwakken:


Cross Translation:
FromToVia
afzwakken zurückgehen; abnehmen decline — weaken