Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. spijt:
  2. spijten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for spijt from Dutch to German

spijt:

spijt [de ~] noun

  1. de spijt (berouw)
    die Reue

Translation Matrix for spijt:

NounRelated TranslationsOther Translations
Reue berouw; spijt

Related Words for "spijt":


Wiktionary Translations for spijt:


Cross Translation:
FromToVia
spijt Reue regret — instance of such an emotion

spijten:

spijten verb (spijt, speet, speten, gespeten)

  1. spijten (betreuren)
    leid tun; bedauern; betrauern; beklagen; beweinen
    • leid tun verb
    • bedauern verb (bedauere, bedauerst, bedauert, bedauerte, bedauertet, bedauert)
    • betrauern verb (betrauere, betrauerst, betrauert, betrauerte, betrauertet, betrauert)
    • beklagen verb (beklage, beklagst, beklagt, beklagte, beklagtet, beklagt)
    • beweinen verb (beweine, beweinst, beweint, beweinte, beweintet, beweint)

Conjugations for spijten:

o.t.t.
  1. spijt
  2. spijt
  3. spijt
  4. spijten
  5. spijten
  6. spijten
o.v.t.
  1. speet
  2. speet
  3. speet
  4. speten
  5. speten
  6. speten
v.t.t.
  1. heb gespeten
  2. hebt gespeten
  3. heeft gespeten
  4. hebben gespeten
  5. hebben gespeten
  6. hebben gespeten
v.v.t.
  1. had gespeten
  2. had gespeten
  3. had gespeten
  4. hadden gespeten
  5. hadden gespeten
  6. hadden gespeten
o.t.t.t.
  1. zal spijten
  2. zult spijten
  3. zal spijten
  4. zullen spijten
  5. zullen spijten
  6. zullen spijten
o.v.t.t.
  1. zou spijten
  2. zou spijten
  3. zou spijten
  4. zouden spijten
  5. zouden spijten
  6. zouden spijten
en verder
  1. ben gespeten
  2. bent gespeten
  3. is gespeten
  4. zijn gespeten
  5. zijn gespeten
  6. zijn gespeten
diversen
  1. spijt!
  2. spijtt!
  3. gespeten
  4. spijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for spijten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bedauern betreuren; spijten condoleren; medeleven betuigen; meeleven; meevoelen
beklagen betreuren; spijten beklagen; condoleren; medeleven betuigen; medelijden hebben
betrauern betreuren; spijten beklagen; betreuren; bewenen; in de rouw zijn; jammer vinden; medelijden hebben; rouwen
beweinen betreuren; spijten beklagen; betreuren; bewenen; in de rouw zijn; jammer vinden; medelijden hebben; rouwen
leid tun betreuren; spijten

Related Words for "spijten":


Related Definitions for "spijten":

  1. het jammer vinden1
    • het spijt mij dat ik u geen stoel aan kan bieden1

Wiktionary Translations for spijten:

spijten
verb
  1. ergens berouw van hebben

Cross Translation:
FromToVia
spijten bedauern; bereuen; Leid tun; leidtun regret — feel sorry about some past thing
spijten Es tut mir leid sorry — regretful for an action or grieved
spijten bereuen se repentir — Regretter d’avoir fait une chose.

Related Translations for spijt