Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. het:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for het from Dutch to German

het:

het

  1. het

Translation Matrix for het:

OtherRelated TranslationsOther Translations
das het de; zulks
es het hetgeen; welk; welke
ModifierRelated TranslationsOther Translations
das dat

Related Definitions for "het":

  1. derde persoon enkelvoud, onzijdige vorm1
    • het regent al dagen1

Wiktionary Translations for het:

het
pronoun
  1. 3e persoon enkelvoud onzijdig
    • hetes
  2. bepaald lidwoord
het
  1. Personalpronomen 3. Person Neutrum Singular

Cross Translation:
FromToVia
het es; sie; er it — subject — inanimate thing
het es it — object
het es it — subject of impersonal statement
het der; die; das the — article
het der; die; das the — stressed, indicating that the object in question is the only one worthy of attention
het der; die; das the — with a superlative
het der; die; das the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
het ihn; sie; es le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

Related Translations for het