Dutch

Detailed Translations for bescheiden from Dutch to German

bescheiden:

bescheiden [de ~] noun, plural

  1. de bescheiden (documenten)
    die Unterlagen; die Scheine

Translation Matrix for bescheiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
Scheine bescheiden; documenten bankbiljetten; bewijsstukken; bonnen; briefjes; flappen; kassabonnen
Unterlagen bescheiden; documenten aktes; bewijsstukken; certificaten; documenten; stukken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
anspruchslos bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend dunnetjes; eenvoudig; gemakkelijk; in een handomdraai; licht; lichtwegend; magertjes; makkelijk; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; ongekunsteld; pretentieloos; schraal; schraaltjes; simpel; sobertjes; vanzelf; zonder moeite; zonder pretenties
bescheiden bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; gering; ingetogen; kies; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf
demütig bescheiden; nederig; onderdanig; ootmoedig deemoedig
diskret bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies afzonderlijk; apart
einfach bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; ingetogen; kies; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf aangenaam; comfortabel; domweg; dunnetjes; echt; eenvoudig; eenvoudigweg; gangbaar; gebruikelijk; gemakkelijk; gemeen; geriefelijk; gewoon; gewoonweg; heus; in een handomdraai; ingetogen; klinkklaar; kortweg; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtwegend; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; normaal; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; puur; rechttoe; regelrecht; ronduit; schraal; schraaltjes; simpel; simpelweg; sober; sobertjes; stemmig; vanzelf; werkelijk; zo maar; zomaar; zonder moeite; zonder pretenties
einfacher Herkunft bescheiden; eenvoudig; nederig; niet voornaam; van eenvoudige komaf
nicht hochmütig bescheiden; nederig; niet hoogmoedig
niedrig bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend arm; inferieur; laag; laagstaand; minderwaardig; niet hoog; ondermaats; ondeugdelijk; ploertig; slecht; tweederangs; zwak
niedrige bescheiden; eenvoudig; nederig; niet voornaam; van eenvoudige komaf
schlicht bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies; nederig; niet hoogmoedig dunnetjes; eenvoudig; gemakkelijk; glad neerliggend; in een handomdraai; ingetogen; licht; magertjes; makkelijk; matig; moeiteloos; natuurlijk; niet moeilijk; ongecompliceerd; ongekunsteld; schraal; schraaltjes; simpel; sluik; sober; sobertjes; stemmig; vanzelf; zonder moeite; zonder pretenties
unbedeutend bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend beuzelachtig; futiel; marginaal; matig; middelmatig; min; niet al te best; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinigzeggend; zwak; zwakjes

Related Words for "bescheiden":

  • bescheidenheid, bescheidener, bescheidenere, bescheidenst, bescheidenste

Antonyms for "bescheiden":

  • patserig

Related Definitions for "bescheiden":

  1. je niet op de voorgrond plaatsen1
    • Ahmed is altijd zo bescheiden!1
  2. niet groot, niet veel1
    • we namen een bescheiden hoeveelheid koekjes1

Wiktionary Translations for bescheiden:

bescheiden
adjective
  1. geen te hoge verwachtingen van zichzelf hebbend
bescheiden
  1. einfach, schlicht, unluxuriös
  2. zurückhaltend; seine Erfolge oder sein Können in Erzählungen schmälernd oder nicht erwähnend

Cross Translation:
FromToVia
bescheiden verschämt coy — archaic: quiet, reserved, modest
bescheiden bescheiden; demütig humble — thinking lowly of one's self
bescheiden bescheiden; einfach humble — near the ground
bescheiden bescheiden modest — not bragging or boasting about oneself or one's achievements
bescheiden annahmebereit; empfangsbereit; gern Aufnahme gewärend; empfänglich; mäßig; zugänglich abordable — rare|fr Qu’on peut aborder.
bescheiden diskret; verschwiegen; rücksichtsvoll; unstetig; sprunghaft discret — Qui est réservé, retenu dans ses paroles et dans ses actions.
bescheiden anspruchslos; bescheiden modeste — Qui a de la retenue, de la modération, qui ne donner dans aucun excès.

External Machine Translations:

Related Translations for bescheiden



German

Detailed Translations for bescheiden from German to Dutch

bescheiden:


Translation Matrix for bescheiden:

NounRelated TranslationsOther Translations
bescheiden Scheine; Unterlagen
kies Backenzahn
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
bescheiden anspruchslos; bescheiden; demütig; diskret; einfach; einfacher Herkunft; nicht hochmütig; niedrig; niedrige; schlicht; unbedeutend
discreet bescheiden; diskret; einfach; schlicht
eenvoudig bescheiden; einfach; einfacher Herkunft; niedrige albern; alltäglich; anspruchslos; bei weitem; dumm; einfach; einfältig; geistlos; gewöhnlich; glatt; gängig; imHandumdrehen; kindisch; leicht; mäßig; mühelos; natürlich; nicht schwer; nüchtern; ordinär; problemlos; sachlich; schlicht; simpel; sparsam; stumpf; stumpfsinnig; trivial; unkompliziert; ärmlich
gering anspruchslos; bescheiden; niedrig; unbedeutend gering; geringfügig; klein; minimal
ingetogen bescheiden; diskret; einfach; schlicht bedeckt; einfach; gemäßigt; gemütlich; reserviert; schlicht; sittsam; zurückhaltend
kies bescheiden; diskret; einfach; schlicht ansehnlich; diplomatisch; empfindlich; feinfühlend; feinfühlig; feinsinnig; respektabel; taktvoll; zart; zartfühlend
nederig bescheiden; demütig; einfach; einfacher Herkunft; nicht hochmütig; niedrige; schlicht
nietig anspruchslos; bescheiden; niedrig; unbedeutend minimal; nichtig; ungültig
onaanzienlijk anspruchslos; bescheiden; niedrig; unbedeutend
onbetekenend anspruchslos; bescheiden; niedrig; unbedeutend bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig
onderdanig bescheiden; demütig; einfach sklavisch
ootmoedig bescheiden; demütig; einfach
ModifierRelated TranslationsOther Translations
discrete bescheiden; diskret; einfach; schlicht
niet hoogmoedig bescheiden; einfach; nicht hochmütig; schlicht
niet voornaam bescheiden; einfach; einfacher Herkunft; niedrige
van eenvoudige komaf bescheiden; einfach; einfacher Herkunft; niedrige

Synonyms for "bescheiden":


Wiktionary Translations for bescheiden:

bescheiden
  1. zurückhaltend; seine Erfolge oder sein Können in Erzählungen schmälernd oder nicht erwähnend
  2. einfach, schlicht, unluxuriös
bescheiden
adjective
  1. geen te hoge verwachtingen van zichzelf hebbend

Cross Translation:
FromToVia
bescheiden modest; bescheiden humble — near the ground
bescheiden deemoedig; bescheiden humble — thinking lowly of one's self
bescheiden ingetogen; bescheiden modest — not bragging or boasting about oneself or one's achievements
bescheiden bezoldigen; salariëren appointerrétribuer par appointements.
bescheiden bescheiden; discreet; ingetogen; teruggetrokken; zedig modeste — Qui a de la retenue, de la modération, qui ne donner dans aucun excès.

External Machine Translations:

Related Translations for bescheiden