Dutch
Detailed Translations for stopmiddel from Dutch to German
stopmiddel: (*Using Word and Sentence Splitter)
- stop: Sicherung; Schmelzsicherung
- middel: Taille; Medizin; Medikament; Arzneimittel; Arznei; Heilmittel
- stoppen: halten; aufhören; beenden; beschließen; abbrechen; enden; fertigstellen; vollenden; fertigmachen; fertigbringen; fertigkriegen; verzichten; ausscheiden; zurücktreten; etwas aufgeben; bremsen; stoppen; abbremsen; ausfallen; abhängen; abtrennen; abfallen; entkoppeln; abkoppeln; loshaken; loskoppeln; einstellen; anhalten; stutzen; stagnieren; Einhalt gebieten; abstellen; absetzen; stillsetzen; zum Stillstand bringen; schließen; sperren; abschliessen; zumachen; verschließen; abdichten; stopfen; flicken; stehenbleiben; Löcher stopfen; Stopfen; Verschweigen; stil halten; Zustopfen; abstoppen; sstoppen
Wiktionary Translations for stopmiddel:
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • stopmiddel | → Pfropfen; Spund; Stöpsel | ↔ bouchon — Traductions à trier suivant le sens |