Summary
Dutch to German:   more detail...
  1. aanbod:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for aanbod:
    • Pauschal


Dutch

Detailed Translations for aanbod from Dutch to German

aanbod:

aanbod [het ~] noun

  1. het aanbod (offerte; aanbieding)
    Angebot; die Offerte; der Vorschlag

Translation Matrix for aanbod:

NounRelated TranslationsOther Translations
Angebot aanbieding; aanbod; offerte bod; koopje; motie; offerte; prijsopgave; propositie; speciale aanbieding; voorstel; voorstel doen
Offerte aanbieding; aanbod; offerte koopje; offerte; prijsopgave; speciale aanbieding
Vorschlag aanbieding; aanbod; offerte aanbieding; bod; klik; koopje; motie; overhandiging; projectvoorstel; propositie; speciale aanbieding; verzoek; voorstel; voorstel doen

Wiktionary Translations for aanbod:

aanbod
noun
  1. een aanbieding
aanbod
noun
  1. Gesamtheit der Waren- und/oder Dienstleistungspaletten eines Gewerbetreibenden
  2. Volkswirtschaftslehre: Gesamtheit der auf dem Markt zum Verkauf bestimmten Handelsware

Cross Translation:
FromToVia
aanbod Vorschlag; Angebot offer — proposal
aanbod Anerbieten; Antrag; Gebot; Aufführung; Darbietung; Vorlegung; Vorstellung; Präsentation; Darreichung; Darstellung; Offerte offreaction d’offrir.