Dutch
Detailed Translations for lanterfanten from Dutch to German
lanterfanten:
-
lanterfanten (luieren; lummelen; niksen; rondhangen; nietsdoen)
bummeln; trödeln; herumlungern; herumsitzen; sich herumtreiben; herumstehen-
herumlungern verb (lungre herum, lungerst herum, lungert herum, lungerte herum, lungertet herum, herumgelungert)
-
sich herumtreiben verb (treibe mich herum, treibst dich herum, treibt sich herum, trieb sich herum, triebt euch herum, sich herumgetrieben)
-
herumstehen verb (stehe herum, stehst herum, steht herum, stand herum, standet herum, herumgestanden)
Conjugations for lanterfanten:
o.t.t.
- lanterfant
- lanterfant
- lanterfant
- lanterfanten
- lanterfanten
- lanterfanten
o.v.t.
- lanterfantte
- lanterfantte
- lanterfantte
- lanterfantten
- lanterfantten
- lanterfantten
v.t.t.
- heb gelanterfant
- hebt gelanterfant
- heeft gelanterfant
- hebben gelanterfant
- hebben gelanterfant
- hebben gelanterfant
v.v.t.
- had gelanterfant
- had gelanterfant
- had gelanterfant
- hadden gelanterfant
- hadden gelanterfant
- hadden gelanterfant
o.t.t.t.
- zal lanterfanten
- zult lanterfanten
- zal lanterfanten
- zullen lanterfanten
- zullen lanterfanten
- zullen lanterfanten
o.v.t.t.
- zou lanterfanten
- zou lanterfanten
- zou lanterfanten
- zouden lanterfanten
- zouden lanterfanten
- zouden lanterfanten
diversen
- lanterfant!
- lanterfant!
- gelanterfant
- lanterfantend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for lanterfanten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
bummeln | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | aan de zwier gaan; banjeren; boemelen; de hort op gaan; gaan; kuieren; lopen; rondlopen; rondslenteren; rondwandelen; slenteren; stappen; uitgaan; verbeuzelen; verknoeien; verlummelen; wandelen; zich voortbewegen |
herumlungern | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | |
herumsitzen | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | niksen; rondhangen; rondlummelen |
herumstehen | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | niksen; rondhangen; rondlummelen |
sich herumtreiben | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | |
trödeln | lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen | banjeren; dralen; drentelen; druilen; etteren; flaneren; griepen; klieren; miezeren; sjokken; slenteren; talmen; teuten; treuzelen; voortsukkelen; zeiken |
Related Words for "lanterfanten":
Wiktionary Translations for lanterfanten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lanterfanten | → trödeln; schlampen | ↔ lollygag — dawdle; to avoid work |
lanterfant:
-
de lanterfant (lapzwans; slampamper; flierefluiter; leegloper; lanterfanter)
Translation Matrix for lanterfant:
Noun | Related Translations | Other Translations |
Bummler | flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper | boemelaar; slemper; zwelger |
Faulenzer | flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper | geitenbreier; hannes; indolentie; inertie; lamlendigheid; lammeling; lamzak; langzaamheid; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; logheid; luiaard; luiheid; luilak; luiwammes; nietsnut; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapkous; slapte; sloomheid; sukkel; talmer; teut; traagheid; treuzel; treuzelaar; treuzelkous |
Müßiggänger | flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper | geitenbreier; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; slampamper; slapkous |
Sclappschwanz | flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper | |
Tagedieb | flierefluiter; lanterfant; lanterfanter; lapzwans; leegloper; slampamper |