Home ->Dictionaries ->Dutch/German ->Search: bevoegdheid

Dutch and German Translation Search Results for bevoegdheid

Summary

Dutch to German: more detail...

bevoegdheid:
- Zuständigkeit; Befugnis; Befugt sein; Kompetenz; Recht
bevoegd:
- befugt; berechtigt
Wiktionary:
- bevoegdheid → Autorität, Kompetenz, Können, Befugnis, Sachkunde, Erlaubnis, Recht
- bevoegd → kompetent, zuständig

Dutch

Detailed Translations for bevoegdheid from Dutch to German

bevoegdheid:

bevoegdheid [de ~ (v)] noun

de bevoegdheid (bevoegd zijn)
die Zuständigkeit; die Befugnis; Befugt sein
- Zuständigkeit [die ~] noun
- Befugnis [die ~] noun
- Befugt sein [das ~] noun
de bevoegdheid (competentie)
die Kompetenz; die Zuständigkeit; die Befugnis
- Kompetenz [die ~] noun
- Zuständigkeit [die ~] noun
- Befugnis [die ~] noun
de bevoegdheid
Recht
- Recht [das ~] noun

Translation Matrix for bevoegdheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
Befugnis	bevoegd zijn; bevoegdheid; competentie	capabelheid; competentie
Befugt sein	bevoegd zijn; bevoegdheid
Kompetenz	bevoegdheid; competentie	capabelheid; competentie
Recht	bevoegdheid	bezit; bezittingen; eigendom; eigenschap van rechtvaardigheid; gelijk; gerechtigheid; gewoonterecht; goederen; have; recht; rechtvaardigheid
Zuständigkeit	bevoegd zijn; bevoegdheid; competentie	capabelheid; competentie; verantwoordelijkheid

Related Words for "bevoegdheid":

bevoegdheden, bevoegd

Wiktionary Translations for bevoegdheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• bevoegdheid	→ Autorität	↔ authority — power to enforce rules or give orders
• bevoegdheid	→ Kompetenz; Können; Befugnis; Sachkunde	↔ competence — the quality or state of being competent for a particular task.
• bevoegdheid	→ Erlaubnis	↔ autorisation — action d’autoriser.
• bevoegdheid	→ Recht; Befugnis	↔ droit — philosophie\|fr fondement des règles, des codes, qui régissent les rapports des hommes dans la société.

bevoegdheid form of bevoegd:

bevoegd adj

bevoegd
befugt; berechtigt
- befugt adj
- berechtigt adj

Translation Matrix for bevoegd:

Modifier	Related Translations	Other Translations
befugt	bevoegd	geautoriseerd; gerechtigd; gewettigd
berechtigt	bevoegd	aannemelijk; degelijk; doordacht; geautoriseerd; gefundeerd; gegrond; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; terecht; valide

Related Words for "bevoegd":

bevoegdheid, bevoegder, bevoegdere

Wiktionary Translations for bevoegd:

Cross Translation:

From	To	Via
• bevoegd	→ kompetent	↔ competent — Skilled
• bevoegd	→ kompetent; zuständig	↔ compétent — juri\|fr Qui appartenir, qui est dû en vertu de certains droits. Il ne se dit, en ce sens, que d’une portion de quelque bien, de quelque domaine.